maandag 11 januari 2010
Van een stagaire naar een echte leidster!
Nu we bijna klaar zijn met stage, kun je gaan werken in de kinderopvang. Het lijkt mij wel erg spannend maar ook raar om in 1 keer een ''echte leidster'' te zijn. Je bent nu een stagaire, je hebt minder verantwoordelijkheid, je word nog af en toe gestuurd, en nadat je echt gaat werken moet je toch proffesioneel handelen en werken. het lijkt mij daarom best moeilijk om aan die functie te wennen. Maar toch lijkt me het super leuk. Ik zou ook best een stagaire willen gaan begeleiden in de toekomst. Dit lijkt me echt leuk, en fijn om een stagaire zo goed mogelijk te helpen en begeleiden.
Welke leeftijd vind ik nu het leukste...
Eigenlijk heb ik alleen nog maar in verticale groepen stage gelopen. Dit zijn groepen van kinderen van 0 tot 4 jaar. Dus ik weet niet hoe het is om alleen meer met baby's te werken of alleen maar met peuters. Ik vind op zich de verticale groepen erg leuk. Maar ik denk dat ik de peutergroep leuker vind om mee te werken. Ik zou best willen gaan werken in een peutergroep. Maar dat weet ik nog niet zeker, ik wil alles wel proberen.
Wat vinden jullie leuker?... Kinderen van alle leeftijden door elkaar of alleen baby's of alleen peuters?
Ik hoor het graag van jullie.
Wat vinden jullie leuker?... Kinderen van alle leeftijden door elkaar of alleen baby's of alleen peuters?
Ik hoor het graag van jullie.
Wat moet ik doen
Ik heb eigenlijk een klein probleempje, het zit namelijk zo... Op mijn stage waar ik nu stage loop, hebben ze mij gevraagd of ik daar wou werken als ik klaar ben met stage. Ze hadden mij eerst 24 vaste uren aangeboden. maar dit kan niet omdat ik na stage nog een half jaartje naar school moet. en die functie wat ze mij wouden aanbieden was voor per direct. Nu kan ik daar wel werken als inval, op de dagen dat ik niet naat school hoef en in de vakanties. Maar ik heb een bijbaantje waar ik een vast contract heb... En waar ik wel vaste uren heb. ik vind het heel erg moeilijk, ik kan niet kiezen. Moet ik bij mijn huidige baantje blijven waar ik vastigheid heb, of moet ik voor minder uur wat nog onzeker is bij mijn stageplek gaan werken. Ik zit hier heel erg over te twijfelen. Wat de beste keus is. ik zou graag jullie mening willen horen. wat zouden jullie doen in deze situaite? Ik hoor het graag.
vrijdag 8 januari 2010
Hoe merk je dat een kind naar bedje moet.
Je baby kan nog niet praten, maar kan wel op andere manieren duidelijk maken dat hij slaap heeft. Natuurlijk is elke baby en elk kind anders. De een zal meer slaap nodig hebben dan de ander. En ieder kind zal op zijn eigen manier aangeven dat hij slaap heeft. Veel voorkomende slaapsignalen zijn:
gapen;
roze wangen;
dreinerig huiltje;
naar de oortjes grijpen;
in de ogen wrijven;
extra druk gedrag;
sloom en suf gedrag;
vaker (om)vallen / stoten.
bron: http://www.peuterplace.nl
gapen;
roze wangen;
dreinerig huiltje;
naar de oortjes grijpen;
in de ogen wrijven;
extra druk gedrag;
sloom en suf gedrag;
vaker (om)vallen / stoten.
bron: http://www.peuterplace.nl
Even weg met de kinderen...
Ik ben laatst bij een vergadering op stage geweest. Daar hebben ze het over dat sommige leidsters wat activiteiten buiten het kinderdagverblijf wilden doen. Bij ons is het namelijk zo, de kinderen gaan nooit weg van het kinderdagverblijf. ze blijven altijd op het kinderdagverblijf binnen de poorten. ze gaan nooit weg, geen eendjes voeren, niet picknikken, niet wandelen... Ik vind dit eigenlijk best erg. De begeleidsters hebben onderling een discussie gevoerd, wat de voor en nadelen zijn van het weggaan van het kinderdagverblijf. Ik vind eigenlijk dat dit erbij hoort, de kinderen vinden het heel erg leuk om er eens tussenuit te gaan. Dit geeft ook meer een 1 op 1 relatie want meestal gebeuren dit soort dingen per tweetal. Ik vind dit erg goed voor de kinderene en vind eigenlijk dat ze dit idee door moeten zetten. Volgens mij zijn er genoeg kinderdagverblijven die dit wel doen en dit trekt ook de ouders van kinderen aan denk ik. Wat vinden jullie hiervan, denken jullie ook dat dit erg bijzonder en leuk is voor de kinderen? ...
Liedjestoets
Ja ja, we moeten binnenkort weer de liedjestoets doen. De eerste keer was ik zenuwachtig, ik durfde niet te zingen en was bang dat ik het verkeerd zou zingen. Maar nu... nu weet ik wel beter. Door ervaring op de stage leer je zo veel meer, je leert zingen,je leer activiteiten, je leert dansen met de kinderen, je krijgt op 1 of andere manier meer lef... Op stage ben ik soms de enige die zingt, maar dat maakt me niet meer uit nu. Ik ben nu ook minder zenuwachtig voor de liedjestoets. Je kent nu meer liedjes, en je hebt er ervaring mee. Ik hoop dat het alsnog wel goed gaat.
maandag 4 januari 2010
Opvang is goed voor alle kinderen
DEN HAAG - Kinderopvang is niet alleen handig voor werkende moeders, maar ook goed voor de ontwikkeling van kinderen.
Ook is opvang een nuttige aanvulling van de opvoeding.Een speciale internetsite, radiospotjes en brochures moeten ouders hiervan doordringen. De campagne, ‘Kinderopvang, dat gun je ieder kind’ wordt vandaag gelanceerd door staatssecretaris Sharon Dijksma (Onderwijs).,,Goede kinderopvang draagt positief bij aan de ontwikkeling van kinderen, op sociaal-emotioneel, motorisch, creatief en cognitief gebied,’’ zegt ontwikkelingspsycholoog en pedagoog dr. Elly Singer. Zij doet sinds 25 jaar aan de Universiteit van Amsterdam en de Universiteit Utrecht onderzoek naar kinderopvang. Ouders zien kinderopvang vooral als middel om vrouwen in staat te stellen een baan te nemen of te houden. Uit een onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau blijkt dat ruim de helft van de moeders vindt dat een kind het beste altijd door de eigen ouders kan worden opgevangen. Maar volgens Singer kan kinderopvang een verrijking zijn voor het kind. Kinderen krijgen de mogelijkheid vriendschappen op te bouwen, rekening te houden met anderen en kennis te maken met verschillende normen en waarden. Om de mentaliteit van Nederlandse ouders bij te stellen, hebben de brancheorganisaties in de kinderopvang het initiatief genomen voor deze imagocampagne. Ook de belangenorganisatie voor ouders in de kinderopvang, BOinK, werkt mee aan de campagne. ,,Kinderopvang zou er voor ieder kind moeten zijn. Het biedt een prima basis voor de overgang naar de basisschool. Het is daarom net zo belangrijk als onderwijs.’’
Bron: AD.nl
Dit zag ik op anke's blog staan. En toen ik dit las was ik het er eigenlijk wel mee eens. Ik vind dat elk kind de mogelijk mag krijgen om naar een kinderopvang te kunnen. dit vind ik ook goed voor de ontwikkeling van kinderen. Ze kunnen met andere kinderen spelen, ze leren zich aan te passen in een andere omgeving, en ze leren andere waarden en normen en andere regels.
Ook is opvang een nuttige aanvulling van de opvoeding.Een speciale internetsite, radiospotjes en brochures moeten ouders hiervan doordringen. De campagne, ‘Kinderopvang, dat gun je ieder kind’ wordt vandaag gelanceerd door staatssecretaris Sharon Dijksma (Onderwijs).,,Goede kinderopvang draagt positief bij aan de ontwikkeling van kinderen, op sociaal-emotioneel, motorisch, creatief en cognitief gebied,’’ zegt ontwikkelingspsycholoog en pedagoog dr. Elly Singer. Zij doet sinds 25 jaar aan de Universiteit van Amsterdam en de Universiteit Utrecht onderzoek naar kinderopvang. Ouders zien kinderopvang vooral als middel om vrouwen in staat te stellen een baan te nemen of te houden. Uit een onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau blijkt dat ruim de helft van de moeders vindt dat een kind het beste altijd door de eigen ouders kan worden opgevangen. Maar volgens Singer kan kinderopvang een verrijking zijn voor het kind. Kinderen krijgen de mogelijkheid vriendschappen op te bouwen, rekening te houden met anderen en kennis te maken met verschillende normen en waarden. Om de mentaliteit van Nederlandse ouders bij te stellen, hebben de brancheorganisaties in de kinderopvang het initiatief genomen voor deze imagocampagne. Ook de belangenorganisatie voor ouders in de kinderopvang, BOinK, werkt mee aan de campagne. ,,Kinderopvang zou er voor ieder kind moeten zijn. Het biedt een prima basis voor de overgang naar de basisschool. Het is daarom net zo belangrijk als onderwijs.’’
Bron: AD.nl
Dit zag ik op anke's blog staan. En toen ik dit las was ik het er eigenlijk wel mee eens. Ik vind dat elk kind de mogelijk mag krijgen om naar een kinderopvang te kunnen. dit vind ik ook goed voor de ontwikkeling van kinderen. Ze kunnen met andere kinderen spelen, ze leren zich aan te passen in een andere omgeving, en ze leren andere waarden en normen en andere regels.
Rondje advies
Niet weggaan mamaaa!
Je zit op een verjaardag en raakt aan de praat met een jonge moeder naast wie je bent komen te zitten. Nadat je hebt verteld dat je op een kinderdagverblijf werkt, wil ze graag je advies. Haar dochter brengt ze namelijk sinds kort naar het kinderverblijf, maar dat vind ze erg moeilijk. bij het uitzwaaien blijft haar dochter hartverscheurend huilen, haar kleine armpjes uitgestrekt naar mama... de vrouw vlucht het kinderdagverblijf uit met een scheef lachje op haar gezicht. Volgens haar voelt deze situatie aan als een hel en het is nog knap lastig ook! Ze wil graag wat tips van jou om deze eenkennigheidsfase zo goed mogelijk door te komen...
Dit was ons rondje advies en wij hebben de volgende tips voor jullie kunnen vinden:
* Bij het weggaan is het belangrijk dat er op een duidelijke manier afscheid word genomen en het kind ook duidelijk begroet word, zodat het duidelijk is voor het kind wanneer de ouders weg zijn.
* Begin hier thuis direct mee voordat je naar het KDV gaat. Voorbeeld: Pietje je gaat zo bij de 3 biggetjes spelen.
* Eenmaal bij het KDV
Stel het kind gerust, ''mama komt jou zo weer ophalen. na het broodeten is mama er weer. ''
* Sommige ouders denken dat ze beter stilltjes weg kunnen gaan, zonder afscheid te nemen. dit is echter niet verstandig. Zo kan het kind een angst ontwikkelen dat dit vaker gaat gebeuren.
* Je kunt ook wat vertrouwd meegeven. zoals een knuffel of speen.
* Blijf opgewekt en laat het afscheid niet al te lang duren.
* Als jij zeker weet dat je kind naar een goede plek gaat, breng dit gevoel dat ook over op je kind!.
Je zit op een verjaardag en raakt aan de praat met een jonge moeder naast wie je bent komen te zitten. Nadat je hebt verteld dat je op een kinderdagverblijf werkt, wil ze graag je advies. Haar dochter brengt ze namelijk sinds kort naar het kinderverblijf, maar dat vind ze erg moeilijk. bij het uitzwaaien blijft haar dochter hartverscheurend huilen, haar kleine armpjes uitgestrekt naar mama... de vrouw vlucht het kinderdagverblijf uit met een scheef lachje op haar gezicht. Volgens haar voelt deze situatie aan als een hel en het is nog knap lastig ook! Ze wil graag wat tips van jou om deze eenkennigheidsfase zo goed mogelijk door te komen...
Dit was ons rondje advies en wij hebben de volgende tips voor jullie kunnen vinden:
* Bij het weggaan is het belangrijk dat er op een duidelijke manier afscheid word genomen en het kind ook duidelijk begroet word, zodat het duidelijk is voor het kind wanneer de ouders weg zijn.
* Begin hier thuis direct mee voordat je naar het KDV gaat. Voorbeeld: Pietje je gaat zo bij de 3 biggetjes spelen.
* Eenmaal bij het KDV
Stel het kind gerust, ''mama komt jou zo weer ophalen. na het broodeten is mama er weer. ''
* Sommige ouders denken dat ze beter stilltjes weg kunnen gaan, zonder afscheid te nemen. dit is echter niet verstandig. Zo kan het kind een angst ontwikkelen dat dit vaker gaat gebeuren.
* Je kunt ook wat vertrouwd meegeven. zoals een knuffel of speen.
* Blijf opgewekt en laat het afscheid niet al te lang duren.
* Als jij zeker weet dat je kind naar een goede plek gaat, breng dit gevoel dat ook over op je kind!.
Hoe peuters en kleuters omgaan met verlies
Hoewel men vroeger dacht dat dit niet zo was, rouwen kinderen na een verlies, net zoals volwassenen. Toen dacht men dat kleine kinderen er geen weet van hadden en de gebeurtenissen snel zouden vergeten. Maar kinderen vangen veel meer op dan we denken. Ze merken dat dingen anders gaan, dat mama verdriet heeft, ze vangen flarden van gesprekken op en voelen de spanning die er is. Maar ze hebben het nodig dat aan hen uitgelegd wordt wat er aan de hand is, anders worden ze onrustig en angstig. En aan vertellen hebben veel kinderen niet genoeg, ze moeten het met al hun zintuigen ervaren. Als er iemand is overleden en die is een sterretje geworden, dat kan een kind niet begrijpen.
Als je het op deze manier doet, zelf rustig blijft en steeds kijkt hoe je kind reageert dan kan er niks fout gaan. Voorbereiden en informeren is het halve werk. Peuters en kleuters schrikken niet zo snel van iemand die dood is maar ze stemmen af op de volwassenen om hen heen. Als je zelf paniekerig reageert, kunnen ze onrustig en bang worden. Maar als je moet huilen en je vertelt dat je verdrietig bent omdat opa dood is, dan vinden kinderen dat heel gewoon.
Als ze bang zijn om een overledene te bezoeken, dwing ze dan niet. Vraag wat ze bang maakt, en geef uitleg. Hou ze aan hun handje vast of neem ze op de arm en neem gas terug als je merkt dat ze bang worden.
Wat weten peuters over de dood?
Kleine kinderen begrijpen het definitieve karakter van dood zijn nog niet. Voor hen is dood iets tijdelijks, een soort slaap, waarbij de dode niet kan zien en niet meer kan bewegen. Ze denken vaak dat leven en dood elkaar afwisselen. Daardoor wekken ze soms de indruk het de gewoonste zaak van de wereld te vinden dat opa is doodgegaan.
Ze hebben vaak veel belangstelling voor de feitelijke kanten van de dood. ‘Hij ziet wit’, ‘Kan hij niet meer lopen?’, ‘Kan opa het nog horen als ik iets zeg?’. Ze zijn nog niet bang voor de dood. Voor hen is een scheiding door de dood nog niet definitief. Daarom moet je het ook goed uitleggen want anders komen ze na verloop van tijd met vragen over wanneer de overledene terugkomt, alsof het een spelletje is geweest.
Ook hun eerste reactie is voor volwassenen niet altijd te begrijpen. Aan een vierjarig meisje wordt verteld dat haar papa dood is. Ze luistert en vraagt vervolgens: ‘Mag ik nu buiten gaan spelen?’ Voor haar moeder een onbegrijpelijke reactie. Zij gaat ervan uit dat haar dochter net zo verdrietig zal reageren als zij.
Veel kleine kinderen zijn echter in verwarring omdat een uitvaart veel elementen heeft van een feest. Er komt bezoek, er is veel aandacht voor de kinderen, iedereen heeft mooie kleren aan, en er zijn koekjes of cake. Ze hebben geen notie van het definitieve van het afscheid. Ze moeten dat nadrukkelijk uitgelegd krijgen en meestal is het nodig om het iedere keer weer te herhalen. Want kinderen houden hoop en grijpen ieder teken aan waaruit blijkt dat het mogelijk anders is.
bron: http://www.peuterplace.nl/rouwverwerking/rouw_peuter_kleuter.htm
Als je het op deze manier doet, zelf rustig blijft en steeds kijkt hoe je kind reageert dan kan er niks fout gaan. Voorbereiden en informeren is het halve werk. Peuters en kleuters schrikken niet zo snel van iemand die dood is maar ze stemmen af op de volwassenen om hen heen. Als je zelf paniekerig reageert, kunnen ze onrustig en bang worden. Maar als je moet huilen en je vertelt dat je verdrietig bent omdat opa dood is, dan vinden kinderen dat heel gewoon.
Als ze bang zijn om een overledene te bezoeken, dwing ze dan niet. Vraag wat ze bang maakt, en geef uitleg. Hou ze aan hun handje vast of neem ze op de arm en neem gas terug als je merkt dat ze bang worden.
Wat weten peuters over de dood?
Kleine kinderen begrijpen het definitieve karakter van dood zijn nog niet. Voor hen is dood iets tijdelijks, een soort slaap, waarbij de dode niet kan zien en niet meer kan bewegen. Ze denken vaak dat leven en dood elkaar afwisselen. Daardoor wekken ze soms de indruk het de gewoonste zaak van de wereld te vinden dat opa is doodgegaan.
Ze hebben vaak veel belangstelling voor de feitelijke kanten van de dood. ‘Hij ziet wit’, ‘Kan hij niet meer lopen?’, ‘Kan opa het nog horen als ik iets zeg?’. Ze zijn nog niet bang voor de dood. Voor hen is een scheiding door de dood nog niet definitief. Daarom moet je het ook goed uitleggen want anders komen ze na verloop van tijd met vragen over wanneer de overledene terugkomt, alsof het een spelletje is geweest.
Ook hun eerste reactie is voor volwassenen niet altijd te begrijpen. Aan een vierjarig meisje wordt verteld dat haar papa dood is. Ze luistert en vraagt vervolgens: ‘Mag ik nu buiten gaan spelen?’ Voor haar moeder een onbegrijpelijke reactie. Zij gaat ervan uit dat haar dochter net zo verdrietig zal reageren als zij.
Veel kleine kinderen zijn echter in verwarring omdat een uitvaart veel elementen heeft van een feest. Er komt bezoek, er is veel aandacht voor de kinderen, iedereen heeft mooie kleren aan, en er zijn koekjes of cake. Ze hebben geen notie van het definitieve van het afscheid. Ze moeten dat nadrukkelijk uitgelegd krijgen en meestal is het nodig om het iedere keer weer te herhalen. Want kinderen houden hoop en grijpen ieder teken aan waaruit blijkt dat het mogelijk anders is.
bron: http://www.peuterplace.nl/rouwverwerking/rouw_peuter_kleuter.htm
Peuterpubertijd
Wat is peuterpuberteit?
De een noemt het de "Ik-ben-2-dus-Ik-zeg-Nee fase", de ander noemt het "terrible two’s", wij noemen het hier peuterpuberteit. Puberteit is kort samengevat een fase waarin een kind grenzen verkent, zich losmaakt en op eigen benen probeert te staan (een eigen identiteit zoekt).In feite maakt je kindje rond 2 jaar zo’n soort fase door. Hij krijgt een eigen willetje en laat dat ook gelden.
Hij merkt dat sommige dingen niet mogen, of geaccepteerd worden door zijn omgeving. Hij merkt dat hij een reactie krijgt op zijn gedrag. Je kind is koppig en heeft regelmatig driftbuien. Het aantal buien neemt af zodra je peuter beter kan praten. Rond 4 jaar is hij heel wat rustiger. Deze fase is positief. Je peuter wordt zelfstandig genoeg om de wereld alleen tegemoet te treden. Hieronder volgen verschillende tips over hoe om te gaan met driftbuien. Natuurlijk is ieder kindje anders van aard en je moet uitvinden wat bij jouw kindje het meest effectief is.
bron: http://www.peuterplace.nl
De een noemt het de "Ik-ben-2-dus-Ik-zeg-Nee fase", de ander noemt het "terrible two’s", wij noemen het hier peuterpuberteit. Puberteit is kort samengevat een fase waarin een kind grenzen verkent, zich losmaakt en op eigen benen probeert te staan (een eigen identiteit zoekt).In feite maakt je kindje rond 2 jaar zo’n soort fase door. Hij krijgt een eigen willetje en laat dat ook gelden.
Hij merkt dat sommige dingen niet mogen, of geaccepteerd worden door zijn omgeving. Hij merkt dat hij een reactie krijgt op zijn gedrag. Je kind is koppig en heeft regelmatig driftbuien. Het aantal buien neemt af zodra je peuter beter kan praten. Rond 4 jaar is hij heel wat rustiger. Deze fase is positief. Je peuter wordt zelfstandig genoeg om de wereld alleen tegemoet te treden. Hieronder volgen verschillende tips over hoe om te gaan met driftbuien. Natuurlijk is ieder kindje anders van aard en je moet uitvinden wat bij jouw kindje het meest effectief is.
bron: http://www.peuterplace.nl
Abonneren op:
Posts (Atom)